Door de woestijnen naar de Grand Canyon en naar Las Vegas
Bezinetank voor 3/8e gevuld, alle losse spullen uit de Yellow Cab in hang- en legkastjes gestouwd. De videofilm nog goed in het geheugen, tijd om aan het volgende deel van de vakantie te beginnen. Met de camper langs de bekende parken.
De eerste stop is Barstow, een paar uurtjes rijden van Los Angeles, de Ford E450 went snel en na een poosje zit zelfs de versnellingshandel aan het stuur op een logische plek. De camping in Barstow is van alle gemakken (zwembad, barbeque en picknicktafel) voorzien en het is tijd om weer eens lekker zelf te koken: pasta alla Jop.
De volgende dag meteen de echte woestijnindrukken opgedaan in de Mojave dessert, veel niks links en rechts maar zo anders dan in Europa dat je je ogen uitkijkt.
Via Kingman naar de Grand Canyon via een stuk van de klassieke Route 66. Een hobbelige weg, vol met historische auto's, cafeetjes, echte souvenierwinkels en veel verlaten motels. Langzaam richting Tusayan vlakbij de zuid-rim van de Grand Canyon. Van daaruit vertrekken voortdurend vliegtuigjes en helikopters voor vluchten over en door de Grand Canyon. 's Avonds op de camping drie grote herten gezien, die zonder zich echt te storen bijna over de camping liepen, maar goed dat ik de Deer Hunter niet was.
Vroeg op om de Grand Canyon te bekijken, grandioos groot en eindeloos diep. Volgens de Amerikanen één van 's werelds mooiste natuurwonderen, rare jonges die Amerikanen maar hier hebben ze gelijk. Na een wandeling langs de rand waarbij ik als ik er aan terugdenk nog buikpijn krijg, zo diep beneden stroomt de Colorado rivier terug naar de camper, om 's middags een helikoptervlucht over de Grand Canyon te doen. Ook een geweldige ervaring temeer omdat niemand van ons al eens in een helkopter had gezeten. De tocht duurde een half uur en enige dreiging van een onweersbui met bliksemflitsen maakte het geheel nog spannender.
Daarna door naar Lake Powell, ons meest oostelijke punt van de campertour. De uitzichten bij Lake Powell vergoedden dat we niet nog verder door zijn gereisd naar Memorial Park en Arches, maar dat we daarna richting Brice national park en Zion national park zijn getrokken. Na de Grand Canyon zijn de erosieparken van Brince en Zion heel klein, maar erg mooi met grootse vergezichten. En met squirrels, of chipmunks, die je niet mag voeren op straffe van 100 dollar. Dat is wel een Amerikaans grapje, overal kun je boetes voor krijgen, maar gelukkig maken de advocaten op grote billboards reclame voor wat ze allemaal voor je kunnen betekenen. Half price scheiden, oplossingen voor hypotheken en Jason want's to be my lawyer, rare jongens die Amerikanen.
Via Glendale en de woenstijn richting Las Vegas vertrokken, daar kunnen we kort over zijn. Las Vegas is met afstand de meest idiote stad die we hebben gezien deze vakantie, beetje heet ook (40+ graden). Een dag geweest en 's avonds de halve hele Strip afgelopen. Venetië, Rome met de Trevi-fontein, de Eiffeltoren met de Arc de Triomphe, je kun het zo gek niet bedenken…
Indrukwekkend was het Bellagio, een groot hotel, waar in de vijver voor het hotel iedere 20 minuten een show van fonteinen op muziek werd gegeven. En alle bekende locaties zitten vol met casino's en escortdames (denk ik).
Na een nacht waarbij iedereen heeft slecht geslapen, – de airco van onze camper doet het een stuk minder dan die van een van onze 'vrienden' – op tijd aan het zwembad bijkomen. Beetje wappen met de late wakkeren in Nederland. We besluiten dat een dag Las Vegas voor deze keer voldoende was, en we vertrekken in de loop van de dag in Westelijke richting, waar Barstow voor de tweede keer onze rustplaats wordt.