Parlare Italiano?

In Duitsland (Limburg al) kan ik me aardig redden met mijn door Janitschek geleerde duits. Een jaartje extra Havo 4 maakte dat de basis goed is geworden en voor reisdoeleinden, prima bella vista! Vanaf Trento wordt de tweetaligheid in Sud-Tirol minder en moet ik gebruik maken van het wat roestiger Italiaans. Nou niente problemen tot nu toe, een Zimmer is een Camere en Latte Machiatto ook. Lekker doorfietsen dus.

 

Dag 16 zondag 11 september
Lago di Caldera – Lago dit Caldonazzo
74 km  (1462 – 1536) 577 hm

Vandaag reis ik naar het Lago di Caldonazzo, waar we in mijn jeugd een heel aantal jaren vakantie hebben gevierd met de Roelofsen. Andra en Dineke (verjaardag vieren met Corina die op dezelfde dag jarig zijn), Henk was er daar vast al niet meer bij. Ergens eind vorige eeuw zijn Jenny en ik er nog een keer een paar dagen geweest, ik was niet top en dat was toen niet onze beste vakantie, dus tijd om het rustig nog eens opnieuw te bekijken. Fietsende vakantiegangers Carlo en Eddy gaan er tegenwoordig met het gezin naartoe, het moet toch wel oké zijn.

De dag begint soepel aan het Lago di Caldera met een heerlijk bejaardenontbijt op het terras, de gastvrouw hobbelt af en aan met eieren en koffie. In vertrouwen deelt ze me mee dat ze blij is met jonge gasten, en of ik niet – als ik echt niks anders weet –  weer wil komen. Haar gasten van het eerste uur sterven uit en aanwas is gewenst.

In Trento is het gezellig met het evenement Trento Smart City: energiebesparing en slimme dingen, daar doet Groningen ook aan mee. Ik sla alles tijdens de lunch een poosje gade vanaf het terras van het Caffè Italia bij de Duomo. Na de luch weer werder, maar na Trento waarschuwt Reitsma voor een smerige klim, en inderdaad het is een smerige klim die de energie snel opvreet. Gelukkig is er een eerste zomerdonderbui zodat ik even moet schuilen, na de bui is de klim niet minder smerig geworden en hark ik door naar het Lago di Caldonazzo. Daar is het uitzicht over het meer herkenbaar en geeft energie om nog richting de oude stek aan het meer te fietsen.

Vlak voordat ik Camping Riviera en Camping Belvedere bereik is een tweede zomerdonderbui een feit, maar vanonder een luifel heb ik er weinig last van. Rustig over de Viale Venezia langs het meer kan ik naast Camping Riviera in Hotel Garni Bellavista terecht. Het is een gezellige zondagse Italiaanse drukte, in het hoogseizoen herinner ik me veel Nederlanders, nu heb ik er twee gezien verder voornamelijk Italianen uit de buurt.

Het uitzicht over het meer is nog net als 40 jaar geleden en de toiletgebouwen op Riviera zien er nog net zo uit, hopelijk zijn de hangwc’s vervangen door niethangwc’s.

 

Dag 17 maandag 12 september
Lago dit Caldonazzo – Camposampiero
134 km  (1536 – 1670) 1260 hm

Geen vier of vijf weken hier staan zoals destijds, maar hop vandaag weer verder, de Alpen uit richting Venetië. De route begint prachtig door het het dal van Valsugana langs de Brenta, die gedurende de dag van een pieterig stroompje tot een dikke brede rivier zal worden. Ook hier zijn prachtige fietspaden aangelegd, langs het water en onder de steile bergen langs. De weg voert me langs Borgio Valsugana (kofiie) en Valstagna (lunch, menu del giorno) langzaam verder de Alpen uit.

Zodra bij Bassano del Grappa de Alpen echt verdwenen zijn, wordt het beeld heel anders en rij ik de Povlakte in, een landbouwgebied met bijzonder veel grote huizen, die allemaal leeg lijken te staan. Vandaag heb ik ook erg veel borden met te koop gezien op voornamelijk oude vervallen huizen in dorpjes waar de bakker al lang was verdwenen.

De middag doorgefietst tot aan Camposampiero, waar ik voor de eerste keer na het douchen in slaap ben gevallen en ik pas om 22 uur wakker werd en nog ergens iets te eten kan gaan zoeken. Niet eten kan ook, maar dat is toch zonde. Een wandeling door het stadje voert me naar een modern lounchecafé waar ik een broodje neem, ik had vanmiddag per slot ook warm geluncht. Dat is toch wel het mooie van Italië, eten kan rustig tot laat op de avond.

 

 

Dag 18 dinsdag 13 september
Camposampiero – Esta
98 km  (1670 – 1768) 24 hm

Heel toepasselijk zat ik deze nacht in Albergo Roma, na het Italiaanse ontbijt (een hoop zakjes met koeken en droge toast en enkele minibroodjes) verder het platte platteland op. Het is een warme dag en je mist in dit deel van Italië de mooie routes zoals ik die tot nu toe had. Veel grote vervallen landhuizen van Venetiaanse rijken (vroeger dan hè) nu zijn het vervallen grote huizen waar het onderhoud je tegemoet springt. Niet te betalen en veel huizen zijn duidelijk op zoek naar nieuwe rijken.

Langzaam komt Venetië dichterbij, ik ben niet van plan Venetië te bezoeken, dat heb ik al eerder gedaan en alleen is dat toch minder gezellig dan met Jenny en de kids. Ik hoef Reitsma dus niet helemaal te volgen, op 25 km voor Venetië pak ik de route nar het zuiden weer op. Hier zit wat ruis tussen het boekje, de route op mijn navigatie en de route op mijn telefoon. Opeens kom ik Henri en Janneke tegen (de tandemfietsers) die ik al vier of vijf keer eerder heb getroffen. Ik zit al 10 km op de weg naar Venetië en mag die weg straks weer terugfietsen. Ik keer om en rij de rest van de dag samen met hen naar het zuiden. Este gaat het worden een erg mooi stadje in een verder minder interessante regio. Henri en Janneke rijden iets verder naar de camping.

’s Middags komen we nog een Noord-Hollands stel tegen die precies dezelfde tandem met BOB-car hebben dan Janneke en Henri, alleen hebben zij een hond in de kar. Een echte schapenhoederhond die gezellig meereist op hun rondje Noord-Italië.

Aangekomen in Esta even uitrusten en douchen in Hotel Leon d’Oro tegelijk maar even een eerste scheerbeurt van de reis uitgevoerd. Dat wegkrabben van zo’n baard is wel een vermakelijk maar geen gemakkelijke klus, de sik maar weer een laten staan.

Aan het eind van de middag even heerlijk zitten op een van de terrassen op het grote plein, ik bestel een Fanta en een half liter bubbeltjeswater en krijg meteen twee sandwiches met tonijn en een halve zak chips erbij, dat is gezellig! Omdat de tweede gast niet op kwam dagen, alles lekker zelf opgegeten en dat voor 3 euro.

In Leon d’Oro nog een primo gegeten, maar daar laat ik het bij, heerlijke tagliatella met erwten en bolognese (48 euro is de schade inclusief ontbijt en primo, dat zijn weer fijne prijzen).

 

 

Dag 19 woensdag 14 september
Esta – Bologna
143 km  (1768 – 1911) 148 hm

De dag begint uitstekend, de omgeving verandert wat, wordt weidser, leger. Langzaam tikken de kilometers weg, tot ik me opens afvraag of ik de route wel weer goed heb aangepast. Gisteren had ik wegens de verschillen tussen de navigatiehulpmiddelen nog even de nieuwste routes down gelood en had de juiste nieuwe route geselecteerd in de Garmin. Echter moest ik niet vergeten om in Sante Nicoló de Toscane-route op te pakken. Guess what, dat duurde toch mooi tot de borden Portamaggiore voordat ik doorhad dat ik toch iets was vergeten dat ik weer een stuk terug mag rijden.

Meerdere keren een drink-stopje gemaakt, indachtig Pfeijffer stop ik nu toch liever bij een Bar Centraal of een Bar Sportivo. Allemaal gerund door Chinezen overigens. In Ferrara bij een Birraria een broodje en geen biertje, maar wel lekker zitten daar.

Tot aan het eind van de dag te lang doorgereden, of het nu kwam omdat de bergen weer in beeld kwamen, of dat de hotels echt niet voor het oprapen waren ik weet het niet, maar uiteindelijk sta ik na 143 km, (qua kilometers ruim boven begroting) bij het Bologna Residence Bellaria (qua budget ook ruim boven begroting). Maar er blijkt een slaapcongres in Bologna te zijn en alle hotels in het centrum zijn of vol of nog duurder. Hoppa meteen het zwembad in voor dat geld, dat zit bij de prijs in, heerlijk, het is weer eens elke euro waard.

Tijd om te gaan slapen, morgen lonken de Passo della Raticosa en de Passo della Futa in de Apenijnen.

 

Dag 20 donderdag 15 september
Bologna – San Piero a Sieve
84 km  (1911 – 1995) 1916 hm

De platte etappes zijn weer voorbij en boek drie van Reitsma belooft nog voldoende uitdaging, te beginnen met de Apenijnen Bolognese. Direct vanuit de Resisence gaat het omhoog, rustig aan, af en toe wat steiler. Dat duurt ca 50 km tot de top bij de Raticosa. Heb dan al wat buien op m’n kop gehad, maar gemiddeld is het prima fietsweer.

De bergen zijn hier weer heel anders dan in de Alpen maar niet minder geliefd door wielrenners zo blijkt, ik kom wel 100 – voornamelijk mannen – tegen die op snelle racers omlaag stuiven, waar ik de heuvels opkruip. Zouden ze allemaal al om 7 uur omhoog gereden zijn zodat ze rond de koffie weer thuis zijn, of mogen ze na de luchtige afdaling allemaal achter mij aan weer omhoog?

De Raticoso en de Passo della Futo laat ik achter me, waarbij het jammer is dat de uitbater van het restaurant op de Futo vakantie heeft, ik was benieuwd naar het interieur van het restaurant; de vader van de eigenaar was ooit een beroemd wielrenner en de foto’s in de uitspanning zouden mooi zijn.

De afdaling richting Florence is plezierig, maar gaat regelmatig weer op en af. Bij San Piero a Sieve vind ik het met 85 km en 1900 hoogtemeters wel genoeg voor de dag, morgen fiets ik de laatste 25 km naar Florence wel en verblijf dan wat in de stad. San Piero is een erg prima dorpje met Albergo La Felicina waar de uitbater een oude vlieger is (in zelfgebouwde vliegtuigen) het hotel is een rariteitenkabinet met foto’s, miniatuurvliegtuigen en -auto’s.

Zoals regelmatig word ik door Peize even upgedated, daar is stage, school, studie en werk de harde werkelijkheid. Ik waardeer het nog maar eens in stilte dat ik hier mag fietsen!

 

Dag 21 vrijdag 16 september
San Piero a Sieve – Florence
9 km  (1995 – 2004) 0 hm

De laatste fietsweek is aangebroken, ik heb niet een hele harde planning maar het leek me fijn om de 26e weer op kantoor te kunnen zijn. De zakelijke beslommeringen zijn de ver van m’n bedshow. Het valt me de hele reis al op dat het onmogelijk is om langer dat een kilometer over iets (neem een probleem) na te denken. Bij de volgende bocht of heuvel heb je er geen enkele oplossing voor bedacht, in ieder geval niet een die je je kunt herinneren. Blijkbaar zijn de meeste problemen non-problemen, daar moet ik na Rome toch eens iets mee gaan doen.

Vandaag ga ik de derde week volmaken, mens hoe is het mogelijk dat ik al drie week op pad ben. Volgens Johan Wekema het breekpunt waarna je eigenlijk nooit weer terug wilt, ik ga het beleven. Vooraleerst word ik vanochtend wakker van een onbestemd geluid, regen en niet zo’n beetje ook. Het komt met bakken uit de Italiaanse lucht en het ziet er nog niet erg hoopvol uit voor de dag.

Mooi de gelegenheid om even met Wilma wat werkdingetjes door te nemen, zorgwekkend hoe weinig ik daar blijkbaar gemist wordt.

Het ontbijt is typisch Italiaans, geen brood, maar cakejes, zoete croissants en yoghurtjes. De uitbater geeft zijn visie op het weer (regen geloof ik) en het is prima dat ik mijn kamer nog niet verlaat. Voor de gezelligheid werk ik in de Albergo bij de receptie aan het blog en 0verdenk wat ik ga doen. Eerst nog maar eens wachten, om met zoveel regen te starten is niet heel erg aantrekkelijk. De tv staat aan en in het journaal legt een blondine uit hoe het nu zo heeft kunnen komen met die regen, ziet er niet goed uit (die regen).

Tussen de buien is het droog en dus ga ik me zo maar eens klaarmaken om de tocht te hervatten. Net als ik dit bedenk, dondert en bliksemt het dat het een aard heeft. Toch maar een extra nachtje in Albergo Feliciano blijven, Florence bekijk ik wel een andere keer.

Het voordeel van rustig een extra dag, is dat ik het blog nog even kan opruimen en de op de koppe foto’s kan aanpassen. Mooi tijd om de bagage weer naar de kamer te brengen en om de zondagse kleren aan te trekken, ik leen zo een paraplu en doe een rondje San Piero.

Ik heb nog geen terugreis geregeld, ik was van plan de trein te nemen en zo via de nachttrein naar München en een dagje Deutsche Bahn bij de grens bij Klazienaveen te belanden, maar gaande de reis lijkt me vliegen toch aantrekkelijker. De kans dat ik in het weekend van de 24e in Peize terugkom wordt daardoor groter en het comfort lijkt me ook aantrekkelijker.

 

Florence per trein

De bagage weer opgeruimd fietskleding uit en de zondagse kleren weer aangetrokken: oranje korte broek en gestreept poloshirt… hoor nergens klachten dat ik elke dag hetzelfde aan heb.

Die oranje broek wordt trouwens ook ietwat vettig aan de achterkant aangezien ik ’s ochtends (fietsbroek) en ’s avonds (oranje broek) kwistig met de natural chamois cream smeer aangezien dat de huid beschermt tegen schuren en irritatie. Waarschuwing: het is voor uitwendig gebruik en je mag het niet in je ogen smeren…? Maar over die vettige broek hoor ik niemand, zal wel meevallen dus.

Nu ik toch fris en fruitig ben, kan ik net zo goed de trein naar Florence pakken en een middagje Michelangelo’s David en andere Florentijnse schatten bekijken. Aldus geschiedde sprak Peter en een prima middag was mijn deel. De paraplu was handig maar regelmatig overbodig en ondanks dat het al wat jaren geleden is dat we er met Eimer en Hinke en de kids rondliepen (ook met de trein vanaf Montecatini) het is toch een feest van herkenning zo’n bekende stad.

Niet al te laat weer terug naar San Piero, aangezien de treinen na 21 uur niet heel erg voornemens zijn te stoppen op mijn station. Gelukkig niet in slaap gevallen in de trein en te laat wakker geworden, dat is toch altijd een beetje een treinfobie van me, ik kan namelijk heel goed slapen.

Bruno de hotelier is blij me te zien en na nog even met het thuisfront bij te hebben gepraat zit ook deze niet fietsdag erop.

 

Reageren is (hier) niet mogelijk.